Op de helft!

Haaai iedereen!

Aanstaande dinsdag vliegen we alweer naar Australie en dat betekent dat ons Azie-avontuur afgelopen! Hoogste tijd om nog een update te geven over de rest van mijn belevenissen in Maleisie. We hebben nog een hoop dingen gedaan en gezien, zoals de Cameron Highlands, Penang, een visarun naar Thailand, Kuala Lumpur weer, de Taman Negara, Melaka en vervolgens Singapore, waar we ons nu bevinden.

De vorige keer dat ik schreef, waren we voor de tweede keer in Kuala Lumpur. We kwamen toen terug van duiken en KL was een tussenstop op onze weg naar de Cameron Highlands. De naam zegt het al: bergen! We hadden gehoord dat het er koud en nat zou zijn en daar was geen woord over gelogen, haha! Ik voelde me plots weer erg verbonden met Nederland en ik heb medelijden met jullie dat jullie nu de winter ingaan en constant omgeven zijn door koud en guur weer. Voor ons was het namelijk best een aangename afwisseling van alle hitte hier. In de Cameron Highlands zaten we in Father's guesthouse, kennelijk heel bekend, want je moest vantevoren reserveren, want anders zat alles vol. Wij hadden vooraf al een plekje gereserveerd, maar toen we aankwamen was de receptionist(e) (het was een ladyboy, dus vandaar) toch echt behoorlijk in de war. Er was namelijk nog maar een bed over, in plaats van twee in de dorm! Bleek dat een paar jongens niet weg waren gegaan, terwijl ze hadden moeten uitchecken. De oplossing: hun bed werd leeggemaakt en werden aan ons toegewezen. Voor hen niet echt een aangename verrassing toen ze terugkwamen van hun bergwandeling, want zij waren er vanuit gegaan dat ze wel nog een nachtje hadden kunnen blijven. Maargoed, probleem dus opgelost (voor ons in ieder geval, haha), wij hadden een bed. We kregen dikke dekens die we ook echt nodig hadden, want het was gewoon echt koud daar. De dag nadat we daar aankwamen gingen we mee met een toertje genaamd "Mossy Forest". We leerden dat er 1001 trucks zijn om te overleven met bamboe, welk blaadje je moet plukken om jezelf te beschermen tegen muggen en we hebben gewandeld in het mossy forest. Het was bijna een elfachtige omgeving met al dat mos met dauwdruppels. Voor de rest was het ook een grote natte modderpoel en heb ik daarna een uur moeten poetsen ofzo om m'n schoenen weer lichtelijk wit te krijgen. Ook hebben we de theeplantages gezien en het uitzicht was echt heel vet. Die dagen hebben we ook alleen maar lokaal geproduceerde thee gedronken. Tijdens dat toertje ontmoetten we twee Duitsers die in Singapore studeerden en dat klikte wel. Zij waren met twee Chinese vrienden die ook in Singapore studeerden en met z'n allen hebben we de avondjes gevuld met potjes monopoly. Aan het begin was ik niet zo goed, maar toen ik vervolgens de bank was, ging het allemaal een stuk soepeler, haha. De tweede dag in de Cameron Highlands was er een zonnetje (best verbazingwekkend) en hebben we een soort van brunch in de zon gehouden en waren we eigenlijk een beetje te lui om weer de bergen in te trekken om te wandelen. Uiteindelijk begon het ook weer te regenen, dus zo'n slechte beslissing was het niet om gewoon 'thuis' te blijven.

Na twee dagen Cameron Highlands trokken we door naar Penang, een eiland in het noord-westen van Maleisie. We zaten in een leuk hostel in Chinatown en hebben een paar actieve dagen gehad. Op de eerste dag hebben we een beetje de stad rondgelopen in de bloedhitte, iets waar we weer even aan moesten wennen na de Cameron Highlands. We besloten dat het leuk zou zijn om die avond ergens een drankje te drinken en uiteindelijk kwamen we dankzij een paar locals in een heel zieke club terecht, als VIP, omdat die locals dus ook VIP waren. We mochten dus de VIP-sectie in, mochten achter de dj-tafel staan, kregen gratis whisky (niet echt mijn drankje, maar het gaat om het idee) en we hadden een eigen bodyguard die voor je uitloopt naar het toilet, zodat je je niet door alle mensen door hoeft te wurmen. Kortom, echt een hele ervaring, maar wel heel gaaf. De volgende dag voelde ik me lichtelijk brakjes, vooral omdat ik niet echt goed geslapen had die nacht. Toch had Fuuk gepland dat we die dag iets actiefs gingen doen, dus ja, daar viel weinig tegen in te brengen. We zouden fietsen gaan huren en naar Batu Ferringhi fietsen, een strand 15 km verderop. Ergens was het leuk, ergens was het echt een draaaaamaaaa. We kregen soort van verlepte omafietsen en mijn zadel was echt verschrikkelijk. Bovendien waren er geen fietspaden en moest je je letterlijk op de snelwegen met enorme kruispunten begeven. Ook was de weg niet bepaald recht en dus was het een behoorlijke inspanning er te komen. Het strand was overigens wel heel gaaf, dus wel een lekker stranddagje gehouden. De terugweg was super kut omdat m'n kont echt enorm veel pijn deed, dus was echt lachen allemaal.
De dag erna besloten we weer die richting op te gaan, alleen dan iets verder en met de bus. We gingen naar het National park en hebben door de jungle gelopen. Dit was ook weer een zeer actief dagje, maar het was wel een gave route zo door de jungle.

Aangezien Penang dicht bij de Thaise grens ligt, besloten we dat het vanaf hier een goed idee was om een visarun te doen. Bij binnenkomst in Maleisie kreeg ik maar een stempel voor 30 dagen in Maleisie, in plaats van 90. Hierdoor moest ik nog een keer de thaise grens over om mijn visum te verlengen. We bedachten dat we dan maar net zo goed weer naar een leuke plek konden gaan en daarom gingen we weer terug naar Krabi. Het was daar nu veel drukker, je merkte echt dat het hoogseizoen begonnen was. Het voelde wel weer een soort van als thuis en de jongen van het guesthouse herkende ons ook weer ('OOOOH I REMEMBER YOUUUUUU, WELCOME BAAAAACK'). In krabi hebben we weer de weekendmarket bezocht en genoten van prachtige (not) karaoke. De volgende dag besloten we naar Railay te gaan en dat was werkelijk waar een van de mooiste plekken die ik ooit gezien heb. Je kan er alleen met een bootje komen en na drie kwartier varen kom je in een door rotsen afgesloten baai terecht. Het zeewater is heldergroen, het zand is wit en om je heen zie je limecilffs die beklommen worden door klimmers. Wel was het er behoorlijk toeristisch, maar dat viel goed te verklaren gezien hoe mooi het er is. Ook waren er apen, van het type brutale aap, waarvan er eentje letterlijk mijn lunch uit mijn handen heeft gejat. Dat ik uitgelachen werd, is vast geen nieuws.

De dag erna besloten we weer naar Koh Phi Phi te gaan en ook al was het er niet eens heel veel drukker, veel duurder was het wel. Gelukkig werden we weer herkend bij ons guesthouse en kregen we 200 baht korting per nacht, wat wel gunstig was. In Koh Phi Phi zijn we weer naar het strand gegaan en hebben we nog een mooi avondje beleefd. Deze keer hebben we ons alleen niet aan het vuur gewaagd, haha.
De dag erna waren we een beetje moe en hebben we niet enorm veel gedaan. Beetje op het strand gehangen en dragon fruit gegeten. De ochtend erna verlieten we het eiland vroeg, in de hoop Kota Bahru, een Maleisische stad net over de Thaise grens, te bereiken. Vanuit Kota Bahru konden we dan de volgende dag weer door naar de Taman Negara, een bekend tropisch regenwoud in Maleisie. Deze reisdagen gingen alleen allesbehalve soepel en op de eerste dag bereikten we de grens niet eens. We moesten van busje naar busje en uiteindelijk strandden we in een zielig hotel in de buurt van de grens. De volgende dag moesten we achterop de scooter bij twee oude graftakken die ons naar de grens brachten. Vervolgens moesten we zelf LOPEND door de grens om daarna weer een taxi te zoeken die ons naar Kohta Bahru bracht. Daar wilden we een bus nemen naar het regenwoud, maar ook dit bleek niet mogelijk. Een bus zou ons daar moeten droppen, maar in plaats daarvan strandden we weer in Kuala Lumpur. Ik werd zo enorm moedeloos van al dat reizen en wilde op dat moment echt graag lekker thuis voor de openhaard met pepernoten zitten.
Gelukkig wisten we ondertussen wel de weg in KL en konden we snel Bird's nest weer vinden, ons vertrouwde hostel daar. Willi, de eigenaar, was wel verrast dat we daar nu WEER waren, voor de derde keer, haha. In KL zijn we bijgekomen van die twee barre reisdagen. Willi heeft ons ook nog mee uiteten genomen en hij heeft ons een heel mooi uitzichtpunt over de hele stad laten zien, was echt heel aardig van hem.

Na die twee dagen KL besloten we toch naar Taman Negara te gaan, want we wilden het toch wel echt nog zien. Onze reis daar daarntoe bestond onder andere uit een drie uur durende boottocht door de jungle, wat echt heel gaaf was. Je zou het kunnen vergelijken alsof je op die beoemde rivier in het oerwoud van Brazilie bent, zo zag het er ongeveer uit. Na die drie uur bereikten we een super primitief dorpje in dat regenwoud. Wel veel hotels voor alle mensen die het oerwoud willen bezoeken, maar er was niet eens een pinautomaat. Dat was jammer omdat we niet meer genoeg cash hadden en het eerstvolgende pinautomaat bevond zich op anderhalf uur reisafstand. Zo moesten we onze overnachtingen betalen met nog wat overgebleven euro's en konden we maar twee in plaats van drie nachtjes blijven. Hierdoor hadden we dus maar een volle dag en die hebben we volledig benut door de hele dag te hiken en te klauteren in de jungle. Het was heel gaaf en vermoeiend, maar we kunnen nu wel zeggen dat we ongeveer elke boom daar gezien hebben. Ook hebben we wilde zwijnen en een soort van hert gezien. Daarnaast waren er ook bloedzuigers: iets minder prettig. Eentje had zich goed vastgezogen in Fuuks' velletje, haha. Verder waren er ook nog soort van vlooien in ons bed die ons de tweede nacht echt geteisterd hebben, serieus, ik dacht dat ik schurft had ofzo. De dag erna was mijn lichaam echt een grote rode bult, best aantrekkelijk. Gelukkig hoefden we er niet nog een nachtje te slapen en konden we een beetje bijkomen in het boottochtje terug naar de bewoonde wereld.

Vanuit daar zijn we doorgereisd naar Melaka, omdat we daar in het begin maar een dag geweest waren en dat was niet bepaald veel. Wij weer op weg naar hetzelfde guesthouse (die was namelijk echt suuuuper chill), bleek dat hij vol was. Toen eindigden we in een budgethotel (dat het goedkoop was, bleek ook uit alles, haha) zonder ramen in de kamer, waardoor Fuuk nogal moeite had met opstaan de volgende ochtend. Zodra ze eenmaal wakker was, hebben we onze tassen ingepakt en zijn we alsnog naar ons oude vertrouwde hostel gegaan, waar ondertussen wel plek was. Het was heel ontspannend daar weer te zijn en hebben daar films gekeken, zijn uiteten geweest op kosten van iemand die daar werkt en hebben Daren (de duikinstructeur) weer ontmoet. Hij heeft ons de stad laten zien en ons meegenomen naar darten, iets wat hij ongeveer elke avond doet. Ik kan er vrij weinig van, maar ik snap ondertussen wel de regels en ook ben ik ondertussen in staat het bord te raken in plaats van de muur.
Het was heel leuk om onze laatste dagen in Maleisie in Melaka door te brengen, maar na drie dagen daar geweest te zijn, werd het wel tijd om door te reizen naar Singapore!

Gisteren hebben we dus weer een reisdagje gehad en in de avond kwamen we hier in Singapore aan. Vandaag, zondag, hebben we de hele stad rondgelopen en hebben we elke wijk ontdekt, van Little India tot Chinatown tot het Central Business District. Singapore is heel westers en schoon, ik hou van schoon, dus het is best wel een verademing weer na drie maanden Azie! Morgen gaan we naar Orchard Road, waar alle grote winkels zich bevinden en ik denk dat ik mezelf eindelijk toe ga staan weer iets van kleding te kopen!

Goed, ik heb weer veels te veel getypt geloof ik.
Dinsdag vliegen we naar Australie en ik heb er echt veel zin in. Het wordt een compleet andere ervaring dan Azie en ik ben dus heel benieuwd. Azie was heel goedkoop en gaaf en Australie wordt heel duur (een week in een dorm kost al 200 euro pp, kachinnggggg) en dat betekent dat we echt een baantje moeten gaan zoeken! Dat betekent dat we dus wel iets meer plaatsgebonden zullen zijn dan we nu waren, maar dat maakt niet uit, dat heeft vast ook weer zijn voordelen.


Zo bizar trouwens eigenlijk, we zijn al op de helft!
Nou goed, ik stop er mee voor nu!
Volgende blog vanuit Aussieeeee, haha!
Heel veel liefs!